Positieve impact

Tijdens het wroeten woelen everzwijnen de bovenste bodemlaag om met hun sterke snuit. Dit zorgt ervoor dat de bodem vermengd wordt. Zo komen er nieuwe voedingsstoffen naar boven, die planten kunnen gebruiken om te groeien. 

Het gewroet zorgt er ook voor dat er open plekken ontstaan in de begroeiing. Op de vrijgekomen plekken groeien na verloop van tijd nieuwe planten. Dit zorgt in bepaalde omgevingen voor een hogere biodiversiteit omdat er veel verschillende plantensoorten groeien.

Niet alleen door te wroeten dragen everzwijnen bij aan de biodiversiteit. In hun ruwe vacht blijven de zaden van planten gemakkelijk hangen. Op die manier verspreiden de dieren tijdens hun trektochten de zaden naar nieuwe plaatsen. 

Everzwijnen maken graag modderpoelen in de buurt van water. Zo koelen ze zichzelf af, en beschermen ze zich tegen parasieten. Die modderpoelen zijn ook voor andere diersoorten nuttig. Amfibieën gebruiken ze bijvoorbeeld om zich te verstoppen en een nest te bouwen. In de poelen leven bovendien hele kleine ongewervelde dieren. Ook zij reizen via de modder in de vacht van de everzwijnen mee naar nieuwe plaatsen.

Daarnaast zijn everzwijnen een voedselbron voor roofdieren, zoals de wolf. 

De natuur heeft een positieve invloed op mensen. In de natuur zijn is goed voor je lichaam en goed voor je geest. Het observeren van wilde dieren, zoals everzwijnen, zorgt voor verwondering, en voor verbinding met je omgeving. 

Naast gezondheidsvoordelen kan de aanwezigheid van everzwijnen ook economische voordelen hebben. De mogelijkheid om de dieren te spotten tijdens een wandeling kan de basis vormen van ecotoerisme. 

Daarnaast worden everzwijnen ook bejaagd. Dit zorgt zowel voor een bron van voedsel als voor een vorm van natuurbeleving.